Ziekenzalving
Wij geloven dat de schepping door de zondeval onvolmaakt is geworden en dat zowel gelovigen als ongelovigen daardoor met lijden te maken kunnen krijgen. Ziekte is daarvan ook een verschijningsvorm. We geloven dat in alle lijden God altijd nabij is en dat Hij ons wil helpen en troosten. We mogen Hem daarom in onze gebeden vragen om vergeving van zonden, om uitredding en genezing.
De basis voor ziekenzalving vinden wij in Jakobus 5:14.
Om gevolg te geven aan de opdracht die we daar lezen, willen ook wij de zieke zalven en met hem/haar bidden. Dit nadat de betrokkene het verlangen daartoe heeft kenbaar gemaakt.
Uitgangspunt is dat de zalving plaats vindt binnen de samenkomst van de gemeente, mits de zieke daartoe in staat is. Indien dit door omstandigheden niet mogelijk is, kan de zalving plaats vinden bij de zieke thuis of elders waar hij/zij verblijft.
God kan genezen en Hij zal dat op Zijn tijd en wijze ook doen. De genezing heeft hierbij niet alleen betrekking op het lichaam, maar op heel de mens: ziel, geest en lichaam. Een belangrijke voorwaarde in dat verband is het belijden van zonden, zoals dat in Jakobus 5:15 en 16 is weergegeven.
Op geen enkele wijze mag de verwachting leven dat door ‘gebed en zalving’ genezing kan worden afgedwongen.
Genezing is genade van God, zoals Hij die in Zijn vrijheid zelf geven wil.
God is soeverein en zal met ieder van ons op Zijn wijze tot Zijn doel komen.